Z W E R V E N D E     W A A R H E I D  

 
 
 

            M A R I A N N E    V A A T S T R A

 
 
 
 
 
 

De avond is weer gevallen.

Een schemerlamp schijnt op het papier waarop ik schrijf.

Altijd weer die schaduwen in de sfeer zoals nu. 

Wat ik zie... hoe zal ik je het gaan vertellen?

Kom, eerst een neut van het amber bier...

 

In de Duisternis

De Keningswei lag destijds volop in de duisternis.

Al scheen de volle maan volop.

En dreven er wolken die schaduwen opriepen.

Terwijl Marianne leed en eenzaam stierf...

 

Niemand heeft duidelijke foto's genomen van het pad.

Dat de naam al eeuwen draagt als de Fogelsanghlaan.

Niemand geeft die sfeer terug van toén...

Hoe zag het eruit op deze laan toen men haar het veld inreed?

Bij het hek om haar op de bewuste plek neer te leggen?

Haar afleggen bleek afschuwelijk... maar zonder een spoor van bloed.

Als een prinses lag zij daar en bestemd om voor altijd in onze gedachten te blijven.

... Marianne Vaatstra.

 

Passerende automobilisten hadden hun aandacht nodig op de donkere weg achter de koplampen.

Dus geen mens keek opzij.

Geen mens kon ooit in het bos van de State kijken

... waar Marianne op gruwelijke wijze werd verkracht en vermoord.

 

Maar die ene zwerver weet méér.

En na wat hij zag in de stilte zwierf hij alsmaar in zijn gedachten.

Vergeten kan hij het nooit meer.... deze nacht van weleer.

Verbitterd rolt er een dikke traan over zijn wang.

Hij kon het onrecht niet tegenhouden...